Op 17 september begon Hein aan de overtocht naar Nederland. Het adviesjacht Ooievaar van kapitein Salomon Willemszoon snelde vooruit en bereikte op 15 november Rotterdam. De volgende dag deed de kapitein kond aan Staten-Generaal en stadhouder; de overmaat van vreugde was zo groot dat zowel Staten als prins hem een gouden ketting toezegden voor het enkele feit dat hij de boodschapper was van zo'n goed nieuws. Men probeerde het nog geheim te houden maar op 17 november had drukker Jan van Hilten al de primeur.
Ondertussen was Hein nog lang niet thuis. De Spaanse koning had al uit voorzorg een grote vloot bijeengebracht in Cádiz maar durfde die niet zo laat in het jaar de oceaan op te sturen. Hij zette al zijn hoop dus maar op zijn Duinkerker kapers. Om de doorgang door Het Kanaal vrij te houden voer commandeur Johan Evertsen uit met een Zeeuws smaldeel. Geteisterd door stormen en scheurbuik bereikte Heins vloot op 3 december Land's End waar Evertsen hem opwachtte met drie schepen en het kwade bericht dat hij zich door 27 Duinkerkers had moeten heenvechten. Luitenant-admiraal Filips van Dorp was, hoewel al kruisend op volle zee, met tien schepen zonder slag te durven leveren teruggekeerd naar Vlissingen, wat deze nog zwaar aangerekend zou worden. Hein besloot hierop de haven van Falmouth binnen te vallen; vijf afgedwaalde schepen kwamen na felle gevechten op eigen houtje behouden thuis.
De WIC wist te melden dat men van Karel I van Engeland nog een persoonlijke toezegging had gekregen dat Engeland het geldende assistentieverdrag normaal zou nakomen, maar Hein had daar weinig vertrouwen in en lag met geladen kanonnen en brandende lonten in de haven. Toch wisten de Engelsen tot verbazing van alle gezanten, die het tegenovergestelde hadden voorspeld, de verleiding te weerstaan. Wel ontstond er een diplomatieke rel over de vraag of Hein 277 pond en zes schelling invoerrechten moest betalen over een partij huiden die hij om schade te voorkomen aan land had laten zetten. De admiraal hield voet bij stuk, bleef wachten tot hij gelijk kreeg en stak pas op 3 januari 1629 in zee om op 9 januari het Goereese Gat binnen te zeilen.
Bij zijn terugkeer werd hij in Amsterdam, Haarlem en Leiden als een held binnengehaald. Er waren vele eremaaltijden en publieke huldigingen, die luister werd bijgezet door openbare feestelijkheden met vuurwerk. Alle grenssteden en ambassades moesten verplicht feestvieren zodat het heel de wereld duidelijk zou worden hoe groot de overwinning was. Zelf wist Hein zijn roem wel te relativeren; toen hij op het bordes van het stadhuis van Leiden door een uitzinnige menigte toegejuicht werd, merkte hij op tegen de burgemeester: Siet hoe het volck nu raest, omdat [ick] soo grooten schat t'huys brenghe, [die] daer weijnich voor hebbe gedaen; ende te voren als ick der voor hadde ghevochten, ende verre grooter daden ghedaen als dese, en heeft men sich naeuwlijcks aen mij ghekeert. In februari kreeg hij een gouden ereketting van stadhouder Frederik Hendrik, admiraal-generaal van land's vloot.
De aandeelhouders van de WIC kregen een dividend uitgekeerd van 50%. De koersen stegen daarbij nog eens met 225%; Hein had zijn vrouw nog aangeraden aandelen te kopen maar die durfde dat niet. De Heren Negentien, de bewindhebbers van de WIC, kregen samen 1% van de winst; stadhouder Frederik Hendrik in z'n eentje ontving 10%, een enorm bedrag. De opvarenden kregen als prijsgeld slechts zeventien maanden extra gage; de personeelskosten beliepen hierdoor samen met de normale gage zo'n 1,7 miljoen. Omdat Hein ongeveer 350 guldens de maand verdiende, kreeg hij dus zesduizend gulden extra. Uit zijn testament blijkt dat hij niets van belang verduisterd had.
Hein kreeg de keus of hij uitbetaald zou worden in geld of cochenille; hij koos voor baar geld maar merkte kort daarop dat de prijs van de rode verfstof juist door zijn actie flink aan het stijgen was en vroeg alsnog in natura uitgekeerd te krijgen. Dit werd geweigerd. Vele opvarenden voelden zich tekortgedaan, het WIC-kantoor in Amsterdam werd bestormd en Hein vreesde dat men bij hem of zijn vrouw verhaal zou gaan halen; hij was al bedreigd. Dit alles verstoorde de verhouding tussen hem en de compagnie.
Maak jouw eigen website met JouwWeb